Skip to main content

Vijf jaar geleden begon ik als zzp-er, dus dit is een lustrumjaar voor mij. Ik heb de afgelopen jaren waardevolle lessen geleerd over zingeving, eenzaamheid en gemeenschapsprojecten. Uiteindelijk heb ik mijn inzichten voor mezelf nog eens goed op een rijtje gezet en dat wil ik graag met jullie delen! Mijn verhaal begint waar het vuurtje voor deze thema’s bij mij is gaan branden. Vele jaren geleden, toen ik meedraaide als vrijwilliger in een zorginstelling deed ik een ontdekking over mijzelf. Ik was dan wel opgeleid als een echte wetenschapper die goed analytisch kon denken en had geleerd om logisch te redeneren, maar ik kon nog iets best wel goed. Door mijn tijd en oprechte aandacht te focussen op een persoon, kon ik deze een goed gevoel geven. Niks bijzonders zou je zeggen, dat kan toch iedereen? De meeste mensen om mij heen acht ik daar inderdaad wel toe in staat. Alleen het punt was dat op de afdeling waar ik meedraaide kennelijk zo weinig betekenisvols gebeurde gedurende de dag, dat mijn aanwezigheid bij de avondmaaltijd kennelijk al een flink lichtpuntje was.

Als de avondmaaltijd op de afdeling werd gebracht dan hielp ik met uitserveren. Ik hielp ook mensen bij het eten wanneer ze dit zelf niet meer konden. Er waren meerdere mensen die hulp nodig hadden maar ik werd vaak ingedeeld bij dezelfde bewoonster. Een oudere nette dame in een rolstoel die moeilijk kon praten en om de een of andere reden altijd ging stralen als ik bij haar kwam zitten. Ik voelde me vereerd dat zij mijn gezelschap zo op prijs stelde. Ze noemde mij altijd ‘haar vriendin’. Begrijpen deed ik dat toen niet zo goed. Onze gesprekken gingen toch maar gewoon over koetjes en kalfjes: het weer, onze families en de dingen die we die week gedaan hadden. Of eigenlijk de dingen die ik gedaan had, want mevrouw kwam niet meer zoveel buiten. Ze kon moeilijk praten en veel interactie met de andere bewoners was er niet. Haar man was overleden en haar kinderen kwamen niet zo vaak. Die hadden hun eigen leven. Later pas hoorde ik dat ze helemaal niet zoveel aanspraak en leuke dingen in het leven had. Logisch dat oprechte aandacht dan goed doet. Andere bewoners zagen dit ook en gingen klagen bij de verzorging. Zij wilden ook wel eens door mij geholpen worden.

Het maakte indruk om te zien hoeveel bewoners van die afdeling mijn gewone ik als een lichtpuntje zagen. Des te langer ik daar rondliep des te meer zag ik dat veel ouderen daar een gebrek aan zingeving hadden. Ze waren de verbinding met de samenleving en veelal ook met zichzelf kwijtgeraakt, een pijnlijke constatering. De onvrede en het onbestemde gevoel van gebrek aan zingeving en verbondenheid die ik daar ‘meevoelde’, heeft uiteindelijk gezorgd dat ik koos voor een carrière switch. Ik volgde de studie toegepaste gerontologie en leerde over ouderen, hun wensen, behoeften, verliezen en mogelijkheden. Als zelfstandige werd het mijn missie om te voorkomen dat ouderen de verbinding met zichzelf en de samenleving kwijtraken. En dat doe ik nu vijf jaar.

Het is niet de makkelijkste missie kan ik je zeggen. Ik geloof sterk in de kracht van voorzorg, dat wil zeggen: gezond en bewust leven gedurende de hele levensloop. Een geloof dat ik sinds mijn veertigste pas echt zelf – met vallen en opstaan – in de praktijk aan het brengen ben. Vanuit de gerontologische theorieën leerde ik dat het leren omgaan met (sociale) veranderingen in de levensloop en het hebben van zin in het leven leiden tot prettiger ouder worden en groei als persoon. Dus ik begon vijf jaar geleden met het ontwikkelen van preventieve programma’s voor jonge senioren. Ik heb daarbij waardevolle lessen geleerd. Uiteindelijk heb ik het voor mezelf nog eens goed op een rijtje gezet en dat wil ik graag met jullie delen! Hieronder volgen de belangrijkste inzichten die ik als toegepast gerontoloog in mijn werkveld heb opgedaan.

Zingeving, dat is best moeilijk bespreekbaar te maken

Dat heeft met verschillende dingen te maken. Allereerst is de term ‘zingeving’ niet voor iedereen duidelijk. Sommigen associëren zingeving voornamelijk met de kerk of zweverigheid. Dan is het lastiger uit te leggen dat zingeving ook heel klein kan zijn en dat een gesprek over zingeving kan beginnen met vragen als ‘Waar wordt jij blij van?’, ‘ Waarvoor kom jij je bed uit?’ of ‘Wanneer had de dag voor jou een gouden randje?’. Kort gezegd kan zingeving diverse betekenissen hebben: je verbonden voelen met de ander, een doel hebben waarop je je kunt richten, het kunnen zien van samenhang in de wereld en de dingen om je heen als betekenisvol ervaren. Pas in de praktijk ontdekte ik hoe belangrijk het is om de juiste woorden te gebruiken als je een gesprek wilt voeren over zingeving. Ook is niet iedereen zich ervan bewust wat zijn of haar leven zinvol maakt en ook niet iedereen kan daar de juiste woorden voor vinden. Werken aan zingeving is dus vaak een bewustwordingsproces dat de nodige tijd vraagt.

 

En als je jezelf kant-en-klare antwoorden op zingevingsvragen hoort geven, of suggesties hoort doen die een oplossing lijken te bieden voor iemands eenzaamheid, dan ben je niet goed bezig. Je helpt iemand het beste door te luisteren en vragen te stellen, zodat mensen zelf een oplossing kunnen vinden. En ook als die oplossing er niet komt, dan geeft het bespreekbaar maken vaak al lucht.

Nadenken over later zit niet in onze cultuur

Bij mijn projecten die gericht waren op het helpen van mensen om zich voor te bereiden op latere levensfasen, merkte ik dat we slechts een klein deel van de senioren bereikten. Mensen denken gewoon niet graag over hun eigen ouderdom na. We zijn gewend om deze onderwerpen voor ons uit te schuiven: “Dat doen we later nog wel eens, ik voel me nog jong” Het vervelende is dat ‘later’ ons nog wel eens wil overvallen, en dan is het aan onze naasten om uit te zoeken wat te doen. De (emotionele) impact hiervan op onze naasten wordt vaak onderschat. Wat me opvalt.. kinderen van ouder wordende ouders blijken die urgentie veelal eerder dan hun ouders te voelen, en blijken een kansrijke ingang om het gesprek over later op gang te brengen.

Beeldvorming

 

Wellicht dat nadenken over later vooruitgeschoven wordt door de manier waarop we naar ouderen en ouder worden kijken. Ik zie het echt in de praktijk: Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Het beeld over ouderen in de samenleving – en daardoor van ouderen over zichtzelf – is vaak negatief. De tweede levenshelft wordt vaak geassocieerd met aftakeling, ziekte, afhankelijkheid en dood. Er is daardoor weinig aandacht voor de geestelijke groei, waarde en winst van de tweede levenshelft. Ik blijf me verbazen over de opgeluchte blikken die ik zie als ik vertel dat naast verlies ook groei onderdeel blijft van het ouder worden.

 

Omgaan met eenzaamheid

Eenzaamheid en zingeving zijn onderwerpen die momenteel veel aandacht krijgen. Op zich is het goed dat hier meer aandacht voor komt, het is lang een taboe geweest. Ikzelf ben de afgelopen jaren vooral bezig geweest met deze thema’s vanuit de gedachte dat voorkomen beter is dan genezen. Daar denk ik nu een beetje anders over. Natuurlijk is het zo dat een sterk en betekenisvol sociaal netwerk je de nodige veerkracht en hulp kan bieden, zeker bij ingrijpende levensgebeurtenissen. Daar staan we in ons land eigenlijk nog te weinig bij stil. Aan de andere kant heb ik ook geleerd (van het leven zelf) dat eenzame gevoelens en een gebrek aan zingeving soms nodig zijn voor innerlijke groei. Het geeft ons de mogelijkheid om diepgang en wijsheid te ontwikkelen. Daarom heb ik moeite met de manier waarop eenzaamheid nu aandacht krijgt: als een groot probleem, een ziekte die moet worden uitgeroeid. Bij ziekte gaan we op zoek naar een behandeling, een medicijn, en daarmee leggen we de oorzaak buiten onszelf. Dit houdt ons weg van het nodige zelfonderzoek. Je af en toe eenzaam voelen, hoort bij het leven. Het helpt niemand om dat te ontkennen. De mensen die echt hulp nodig hebben omdat ze te diep in de neerwaartse spiraal terecht zijn gekomen help je daar ook niet mee, die hebben vooral deskundige hulp nodig.

Samenkracht: buurtbewoners als doelgroep

Wat naar mijn mening echt een verschil kan maken, is het investeren in betekenisvolle relaties op buurtniveau. De community-aanpak wordt dat ook wel genoemd. Dat betekent niet dat je een buurt intrekt met allerlei bestaande interventies, projecten en programma’s. Het begint klein. Je gaat aan de slag met wat je aantreft, kijkt waar de wens ligt om samen met elkaar iets te realiseren of waar mensen zitten die kunnen verbinden of iets met elkaar willen delen. Het doel is dan niet zozeer het verminderen van eenzaamheid, maar buurten creëren waar mensen zich om elkaar bekommeren en waar iedereen erbij hoort. Ik zie dat dit werkt bij de dialoogtafels van SamenKracht.nu. Het maakt niet uit of het nu gaat om het opzetten van buurtprojecten en -activiteiten, het oplossen van conflicten, het inrichten van de openbare ruimte of het werken aan seniorvriendelijke wijken.

Bouwen aan een vitale gemeenschap of een duurzaam buurtinitiatief is niet altijd zo eenvoudig. Hoe complex dit is heb ik afgelopen november geleerd (voor een privé-project: het realiseren van een ecologisch woonproject) toen ik mee deed met een internationale training om gemeenschapsprojecten te leren begeleiden. Wat ik daarvan meeneem: Heel veel initiatieven redden het niet, meestal om sociale redenen. Een tip: focus niet alleen op het resultaat, maar blijf ook aandacht houden voor de relaties en het proces.

Financiering

Iedereen vind de thema’s waar ik aan werk belangrijk maar het probleem is dat ik er in de praktijk lastig financiering voor weet te vinden. Gratis mag ik altijd komen, maar ja zo komt er bij mij natuurlijk geen beleg op mijn boterham. Mensen zijn niet gewend om zelf te investeren in voorzorg of preventie op deze thema’s. En andere partijen die baat hebben bij mijn werk, hebben hun vaste geldstroompjes naar grotere organisaties in zorg en welzijn. Die vervolgens zo’n hoge caseload hebben dat preventiewerk niet (altijd) op hun prioriteitenlijstje staat. Of dit wordt uitbesteedt aan vrijwilligers. Hier kan ik na vijf jaar nog steeds tips gebruiken, dus voel je vrij om mij een berichtje te sturen als je ideeën of tips hebt!

Samenvattend

De termen van de toekomst zijn wat mij betreft ‘zingeving en verbondenheid‘. Ik hoop oprecht dat we over pakweg 5 tot 10 jaar weer de waarde zijn gaan inzien van ouderen, en van verbondenheid, zingeving en gemeenschapszin. Volgens mij is dat wat ieder mens diep van binnen wil bereiken: ergens bij horen en het gevoel hebben dat je ertoe doet. Ook de komende vijf jaar zal ik me hiervoor blijven inzetten!