Sommige boeken verdienen meer aandacht dan ze krijgen. Zo heb ik er van de zomer één gelezen van Peter Wohlleben, een Duitse boswachter. Het gaat over het verborgen leven van bomen. Het boek fascineerde me, want al lezende kwam je erachter dat bomen en mensen veel meer op elkaar lijken dan je in eerste instantie denkt. In de verhalen zie ik een bevestiging van wat ik weet. Dat als we onze samenleving anders inrichten dat we dan veel meer ruimte krijgen voor veerkracht, welzijn, schoonheid en harmonie op deze aarde. De bomen laten zien dat het kan.
Peter Wohlleben schrijft over hoe hij tijdens zijn studie leerde dat bomen concurrenten van elkaar zijn, waardoor het belangrijk is om een bos soms uit te dunnen. Voor exemplaren die tot verschillende soorten behoren is dat ook zo, schrijft hij. Die vechten met elkaar om water en licht. Maar bij bomen van dezelfde soort is dit anders. Beuken in een beukenbos zullen er niet aan denken om met elkaar te vechten, zij ondersteunen elkaar. Je zou zelfs kunnen zeggen dat deze bomen sterke en zwakke punten onderling compenseren. Onderzoekers van de universiteit van Aken hebben vastgesteld dat alle beuken in een niet-verstoord bos allemaal precies dezelfde prestatie leveren. Ongeacht de plaats waar de boom staat (steenachtig of losse grond), het beschikbare water of de grootte van de boom, per blaadje produceren ze evenveel suiker. De compensatie gebeurt ondergronds, via de wortels en schimmels.
In bossen waar de mens ingrijpt en bomen van hun vermeende concurrentie ‘afhelpt’, gaan er grote verschillen in productiviteit ontstaan. Sommige bomen groeien beter en zijn fit, maar toch leven ze niet lang. Zwakkere bomen, die eerst ondersteund werden door andere bomen, gaan er opeens op achteruit, vallen makkelijker ten prooi aan insecten of zwammen. Er vallen dan gaten in het bos, zodat hete zon en wind makkelijker kan doordringen en het vochtig-koele klimaat veranderd. Ook de sterkere bomen zullen dan lijden.
Daarom helpen bomen hun soortgenoten er bovenop. Ze weten dat je samen sterker staat. Zieke exemplaren worden ondersteund en voorzien van voedingsstoffen tot het weer beter met hen gaat. De volgende keer is het misschien omgekeerd en heeft de ondersteunende boom zelf hulp nodig. De bomen zijn gericht op WIJ in plaats van IK, en dat maakt de gemeenschap enorm veerkrachtig. Samen zorgen ze ervoor dat iedere boom optimaal kan groeien. En omdat ze dit intuïtief weten, helpen ze elkaar onvoorwaardelijk. Daar kunnen wij als mens toch nog een hele hoop van leren!