Skip to main content

Herken je dit? Je stapt ’s morgens uit bed en merkt dat een deel van je spieren en botten ’s nachts door je lichaam is gaan dwalen. Zodra je even hebt bewogen valt de boel gelukkig terug op zijn plaats. Of dat je je leesbril in de koelkast hebt gelegd in plaats van op de tafel. De meesten van ons krijgen vanaf een bepaalde leeftijd lichamelijke narigheid en gedoe met het denkvermogen te verduren. Heet dat niet: ouderdom komt met gebreken?
 
Halverwege februari kreeg ik mijn jaarlijkse aanval van uitmestwoede. Meestal is dat ergens in april. Door de opwarming van de aarde is ook mijn biologische opruimklok van slag denk ik. Een grote boodschappentas van stevig plastic had ik vol boeken geladen. Ik ben geen krachtpatser. Het kostte me heel wat moeite om de tas – die minstens driehonderd kilo woog – de kamer door te slepen. De volgende dag was het onderste deel van mijn ruggengraat voor mijn gevoel een halve slag gedraaid. Wekenlang liep ik rond alsof ik een volle luier had. Toen maakte ik een afspraak met een fysiotherapeut, die de tegendraadse wervels op hun plek wrikte en mijn starre spieren los wreef.
 
Vaak maak ik op zondagochtend een boswandeling met Malika. We kennen elkaar van een cursus in ontspannen. Zij had een akelige ziekte achter de rug, ik mijn tweede hartinfarct. Om te voorkomen dat we tussen de sparren en berken over pijntjes en kwaaltjes gaan zaniken, beginnen we de wandeling met vijf minuten therapeutisch zeuren, waarna we genieten van dennengeur, een briesje in ons gezicht of de sierlijke vlucht van een roofvogel waarvan we de naam niet kennen.
 
Die vijf minuten klaagtijd is een echte aanrader als je thuis een chronische zeurpiet hebt rondlopen. Of wanneer je er zelf een bent. Wat soms ook helpt is hardop zeggen: krakende wagens lopen het langst.

Over de auteur

Foto: © Marjolein van Veen

Hedwig Meesters is geboren in 1958. Na de middelbare school wordt ze au pair in Engeland, reist ze de wereld rond en verdient tussendoor haar geld als administratief uitzendkracht. Daarna werkt ze bijna dertig jaar als secretaresse in de chemie. Sinds ze in 2016 haar baan verliest door een reorganisatie legt ze zich vooral toe op schrijven. Vanaf haar jeugd schrijft ze korte en langere verhalen. Omdat schrijven haar blij maakt. Vier van haar verhalen zijn in verzamelbundels met werk van andere auteurs uitgegeven. In mei 2019 verscheen haar debuutroman ‘Zonnemeisjes’ bij uitgeverij Paris Books. In haar gastblogs deelt ze haar bespiegelingen als zestiger.