Skip to main content

Soms maak ik me druk. Hoe komt die vlek ineens op mijn broek? (Klunzigheid.) Andere keren word ik ongeduldig, wat zelden helpt. Waar heb ik mijn autosleutels gelaten? (Waar ik ze heb weggelegd.) Of ik stoor me aan zaken waar ik geen invloed op heb. Een opruiend krantenartikel, om maar iets te noemen. (Lees het dan niet.) Of lawaaiig volk dat op zaterdagnacht langs mijn huis waggelt terwijl ik net in dromenland ben aangekomen. (Die slaap komt vanzelf terug.)

Gelukkig besef ik steeds sneller dat drukmakerij en ongeduld zinloos zijn. Wijsheid en inzicht komen met de jaren, wat leeftijd betreft ben ik als zestiger al aardig op weg.

Wanneer ik me weer eens over van alles en nog wat loop op te winden, kijk ik ’s avonds op tv graag naar programma’s die de diepgang hebben van een soepbord. En joh, wat zijn er daar véél van! Ik heb het over rechters die op locatie beslissen of een schutting nou echt over de erfgrens staat. Over mensen die weer verliefd willen worden op hun huis, BN’ers die poseren voor drie schilders en stelletjes die met hun komst een op sterven na dood dorp in Zuid-Europa nieuw leven denken in te blazen. Er zijn zelfs twéé programma’s waarin iemand het uitgewoonde poppenhuis van tante Nel er weer als nieuw uit kan laten zien.

Het lijkt alsof dit aanbod steeds groter wordt. Komt dat omdat veel mensen − net als ik – dit vluchtige vertier zien als remedie tegen tobben en mopperen? Of was het altijd al oververtegenwoordigd op tv? En waarom kijk ik er de laatste tijd ook wel eens naar wanneer ik in de zen modus sta? Oei. Zou dit tv turen niet alleen overbodige poeha in ons hoofd neutraliseren, maar ook verslavend werken en daardoor ten koste gaan van hersencellen? Beter gezegd: is oppervlakkig vermaak behalve rustgevend ook geestdodend?

Over de auteur

Foto: © Marjolein van Veen

Hedwig Meesters is geboren in 1958. Na de middelbare school wordt ze au pair in Engeland, reist ze de wereld rond en verdient tussendoor haar geld als administratief uitzendkracht. Daarna werkt ze bijna dertig jaar als secretaresse in de chemie. Sinds ze in 2016 haar baan verliest door een reorganisatie legt ze zich vooral toe op schrijven. Vanaf haar jeugd schrijft ze korte en langere verhalen. Omdat schrijven haar blij maakt. Vier van haar verhalen zijn in verzamelbundels met werk van andere auteurs uitgegeven. In mei 2019 verscheen haar debuutroman ‘Zonnemeisjes’ bij uitgeverij Paris Books. In haar gastblogs deelt ze haar bespiegelingen als zestiger.